dinsdag 20 december 2011


Preek B8 op 18 dec 2011 over Lukas 3: 1-18.
Door ds Henk van der Velde over Johannes de Doper.
In het kader van het jaarthema: Inburgeren in Gods Koninkrijk.
Deelthema: Burgers van het Koninkrijk zijn recht door zee.
Zie Matt. 5: 33-37, “Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee, nee”.  Ook lezen: Jesaja 40:1-11.

 Vrienden van de Koning,
            “Burgers van Gods Koninkrijk zijn recht door zee”
Dat is het thema dat we in het kader van ons jaarthema vandaag bespreken.
“Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee, nee”, zegt Jezus in Matt 5: 37.
Hij roept ons op tot eerlijkheid, oprechtheid, betrouwbaarheid, integriteit.
            Als gelovigen hebben we vandaag helaas vaak niet die reputatie.
Het vertrouwen van veel van onze volksgenoten in de kerk is niet zo groot.
Christenen worden niet zelden gezien als schijnheilig en wat achterbaks.
De recente publicatie van het rapport Deetman over seksschandalen in Katholieke organisaties doet daar geen goed aan. En zou die slechte reputatie ook niet zo gegroeid zijn omdat er  binnen de kerken veel is gevochten voor het eigen gelijk, voor wat men zag als de juiste leer, de ware kerk - vaak op een onbarmhartige, egoïstische manier.
Wellicht zijn we daarom nu wel wat bang geworden om te confronteren, om recht door zee te zijn en gaan we maar voor de lieve vrede en sparen zo de kool en de geit. We hoorden onlangs in de Bergrede hoe Jezus ons oproept om nederig van hart en zachtmoedig te zijn. Dat lijkt haaks te staan eerlijkheid en directheid. Wij Nederlanders hebben in het buitenland de reputatie behoorlijk brutaal en grof te zijn, juist omdat we vaak ongezouten man en paard noemen als er misstanden zijn. Andere culturen zijn dikwijls omzichtiger en indirecter.
Het is nog niet zo makkelijk om dat ‘recht door zee gaan’ in praktijk te brengen.

            Wij bespreken deze woorden van Jezus uit de Bergrede uitvoerig omdat we verlangen dat Hij de Koning van ons hart is. Het gaat Jezus altijd weer om ons hart. De Bergrede begint met de zaligsprekingen die verschillende hartskwaliteiten, karactertrekken opsommen die volgelingen van Jezus dienen te weerspiegelen. Wanneer je echt Jezus kent als de Koning van je hart dan zul je moeten groeien: in nederigheid, berouw over zonde, zachtmoedigheid, verlangen naar gerechtigheid, barmhartigheid, oprechtheid, vreedzaamheid, en in het niet bang zijn voor de negatieve gevolgen van zo’n houding.
Jezus kwam op aarde – niet om politieke, economische of maatschappelijke misstanden recht te zetten. Hij kwam om Koning te zijn in uw en mijn hart.
“Heer, laat mijn hart, heel mijn leven, uw kribbe zijn” bidden we in deze weken.
            Maar wat bedoelt Jezus, wat bedoelt de bijbel eigenlijk met ons hart?
En kunnen wij als zondige mensen wel zo veranderen dat Jezus daar Koning is?
Eerst maar die eerste vraag: Wat is eigenlijk je hart?
Met  ‘het hart’ wordt in de bijbel de kern van je persoon aangeduid.
Het is ons wezen, onze persoonlijkheid; de innerlijke bron waaruit al het andere ontspringt. Het hart heeft zowel te maken met je verstand, je gevoel als je wil.
Het is het controlecentrum dat alles aanstuurt in je leven.
Nu is de bijbel niet zo positief over ons hart want het is door zonde aangetast.
“Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het..” zegt Jeremia 17:9. Wij begrijpen ook vaak ons eigen hart, onze diepste motieven niet.
            Gelukkig kan ons hart wel veranderen; God kan het veranderen.
In Jeremia 17 lezen we ook: ‘Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt….”
Onze God is de grote hartchirurg. Hij kan ons van binnenuit veranderen.
De zaligsprekingen gaan ook over ons hart:  Gelukkig, gezegend zijn zij die nederig van hart zijn, zachtmoedig, barmhartig, zuiver van hart.
Daarom komen wij vandaag weer tot God met ons hart.
We bidden, net als David in Ps 51,  ‘Create in me a new heart, o Lord….’
‘Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig.’
Dat kun je vergelijken met de harddrive van je computer. Soms moet die ge-reset of opnieuw geformatteerd worden. Daarvoor komen we hier bijeen – om ons hart op de Koning af te stemmen.
Want vanuit onszelf redden we het niet om rein van hart en recht door zee te zijn. We hebben daar de hulp van onze Koning, van Zijn Woord en Zijn Geest bij nodig.  Op deze adventszondag willen we inspiratie putten uit hoe dat gebeurde bij de voorloper van Jezus – Johannes de Doper.
Johannes de Doper is wel bij uitstek een voorbeeld van iemand die recht door zee was.
Hij was daar zo radicaal in dat het hem de kop kostte omdat hij openlijk de zere vinger legde bij de losbandige levensstijl van de wrede koning Herodes.

            Eerst kijken we naar de vorming van Johannes.
U kent wel het spreekwoord ‘De appel valt niet ver van de boom’.   We gebruiken dat vaak om aan te geven hoe veel kinderen meestal lijken op hun ouders. Zo was het ook bij Johannes de Doper.
Zijn ouders waren de vrome priester Zacharias en zijn vrouw Elisabeth.
Van hen wordt in Lukas 1: 6 gezegd dat ze vrome, gelovige mensen waren, die zich strikt hielden aan alle geboden van de Heer. Ze waren al ouder en waren kinderloos. Deze ouders wisten dat God bijzondere plannen had voor hun zoon, die z’n naam Johannes, direct van Gods engel had gekregen.  Johannes betekent ‘God is genadig”.  Bij de geboorte van Johannes sprak Zacharias profetische woorden die in Lukas 1 vanaf vs 67 bewaard zijn gebleven. Hij noemt zijn zoon een profeet van de Allerhoogste en de wegbereider voor de Heer die Gods volk redding en vergeving van zonden mag bekendmaken.  In dat geloof hebben deze ouders hun zoon opgevoed. Van hen leerde hij al vroeg over het grote plan van God waarin hij een rol had.
Hoe voeden wij vandaag onze kinderen op?
Welke prioriteiten en welk voorbeeld geven wij hen mee? Leren ze van ons dat de hoogste doelen om voor te leven je eigen succes, je eigen genot en eigen gewin is?
Overweegt u wel es of bid u wel es dat uw kinderen in Gods koninkrijk een rol mogen spelen?  Johannes, de zoon van Zacharias, werd zeker zo opgevoed.

Het is daarom niet zo verbazend dat we hem als volwassene terug zien als een opwekkingsprediker, een man van gebed. We letten op de stijl van Johannes.
Ze zullen hem in zijn tijd wel een zonderling, een rare vogel, gevonden hebben.
In Matt 3 lezen we dat hij een mantel van kameelhaar met een leren gordel droeg; hij leefde afgezonderd in de woestijn en voedde zich met sprinkhanen en wilde honing.
In de woestijn van Judea, niet ver van de Jordaan, riep hij mensen op zich te bekeren. Hij verkondigde: “Kom tot inkeer, want het Koninkrijk van de hemel is nabij! Maak in je hart de weg voor de Heer klaar, maak recht zijn paden.”
            Als er iemand ooit recht door zee was, dan Johannes de Doper wel.
Hij trok zich eigenlijk van niemand wat aan: van de religieuze, vrome leiders uit zijn tijd niet – de Farizeeërs en schriftgeleerden die hij in Matt. 3 aanspreekt als “Adderengebroed – slangenkinderen – die aan Gods oordeel niet zullen ontkomen.
Van de Romeinse soldaten niet die hem vragen: ‘Wat moeten wij doen?’ Hij wijst ze erop dat ze hun macht niet mogen misbruiken en niet corrupt mogen zijn. Net als Jezus trok hij juist zondige mensen aan. Tollenaars, landverraders, corrupte belastinginners leerde hij hoe ze eerlijk hun brood moeten verdienen. Zelfs over de wrede, losbandige koning Herodes en diens vrouw zweeg hij niet.
            Iedereen, ongeacht rank of stand, werd door Johannes aangesproken als een schepsel van de levende God en geconfronteerd met Gods kijk op hun levensstijl. Uiteindelijk is elk mens voor Hem als de grote Schepper en Koning verantwoordelijk. Het geloof is geen hobby van Christenen zoals anderen gaan voetballen of tennissen. De relatie met de levende God gaat ieder mens aan, gelovig of niet. Want we komen  allen voor Gods rechterstoel en aan hem alleen is het oordeel over elk mensenleven. In onze cultuur  zijn vrijblijvendheid, individualisme en zelfbeschikking populair. Je leeft immers voor jezelf; je doet wat je lekker vind en maakt zelf uit wat je wilt.
Dat staat haaks op het evangelie: 2000 jaar geleden al en ook vandaag nog.
Het evangelie zegt: Je bent níet van jezelf. Er is een God die je maakte en die een bedoeling en een plan met jouw leven heeft
Je mist het belangrijkste wanneer je Hem niet leert kennen en dienen.
En dat is zonde – zonde is het als je leven nooit tot z’n hoogste doel komt.
Want het hoogste waarvoor we er zijn is om de Here God te kennen en te eren.

            Johannes de Doper was een levende wegwijzer, een profeet v d Allerhoogste. “Wat een rare vent, wat een idioot”, zullen velen in zijn tijd gedacht hebben. Ze begrepen niet wat Johannes  dreef – zijn passie voor het Koninkrijk van God.
 Want Johannes wilde de weg naar Gods regering voorbereiden in de harten van zijn volksgenoten. Misschien verkondigde hij daarom wel in de woestijn – op een plek waar weinig andere afleidingen zijn; een eenzame plek waar je makkelijker Gods stem hoort. Want wil je Gods stem verstaan en door Hem gevormd worden dan zul je de stilte moeten zoeken;  gelegenheden om Gods stem te horen – weg van het gewoel.
Wat ons het meest belemmerd Gods stem vandaag te verstaan is dat we altijd druk, druk, druk zijn.  Dat er altijd duizend stemmen en invloeden zijn die ons bestoken. Krijgt God ooit nog wel es de kans om je in de stilte iets duidelijk te maken? Neem eens tijd en rust om persoonlijk de balans op te maken. Johannes zocht in de woestijn naar Gods stem en wist daarom Gods wil.
Je ziet dat vaker in de bijbel: Mozes was 40 jaar schaapherder voordat Israël kon leiden op de reis naar het beloofde land ; Daniël had in een vijandige cultuur de gewoonte elke dag drie keer met de Here te spreken; Paulus trok zich jaren in stilte terug voor hij z’n zendingsreizen kon maken; Jezus zelf zien we geregeld zich afzonderen op eenzame plaatsen om te bidden. Wil je echt wat betekenen in Gods koninkrijk dan moet je je geregeld richten op de Koning en je dagelijks afstemmen op Zijn stem: keuzes maken; tijd opzij zetten.
            Die stem van ons Koning horen we vooral wanneer we de bijbel lezen.
Dit boek is voor ons de stem van de Heer. Hier door spreekt Zijn Geest.
Lees het niet als een geschiedenisboek uit vroegere tijden – maar lees het als Gods boodschap voor jou vandaag. Dan zal het je hart, je binnenste kern, veranderen. De bijbel heeft  een geestelijk kracht om mensenharten te raken en te veranderen. Leer die kracht ontdekken en je leven zal opbloeien naar Gods bedoeling.     Wij lezen in de bijbel overigens niet dat Johannes vaak in de bijbel las. Maar het kan niet anders of zijn vrome vader en moeder hebben hem in de omgeving van de tempel zo opgevoed. Want in zijn verkondiging citeert hij complete teksten uit het Oude Testament en wel met name uit de profeet Jesaja die meer dan wie ook profeteerde over de Messias die zou komen. Net als Jezus verkondigde Johannes dat het Koninkrijk van God spoedig komt. Na eeuwen van geestelijke duisternis was er weer hoop voor Gods volk.

“Troost, troost mijn volk”:  Zo begint Jesaja 40 als een triomfantelijke trompetstoot. In deze woorden vond Johannes de Doper zijn missie en zijn kernboodschap. Hij wilde mensen bemoedigen met de boodschap van Gods verlossing en vergeving.
De passie die hem dreef was dat Gods Verlosser op het punt stond te komen.
“Baan in de woestijn van je hart een weg voor God, riep hij.
Effen in de chaos en drukte van je leven een pad voor de Heer.
Verwijder de verkeerde barrières die je verhinderen om hem te ontmoeten.
Wanneer er invloeden zijn die je geloof ondermijnen. Breek er in godsnaam mee! Als leegheid en doelloosheid je leven kenmerken, streef dan naar hogere doelen. Want de Koning komt en wil in je leven en je huis regeren.
Hij verlangt als een herder zijn schapen te verzamelen.
Maak je toch klaar om Hem te ontmoeten.”
            Zo sprak Johannes met woorden die eeuwen eerder al waren geschreven. En de mensen herkenden in deze ruige profeet een boodschapper van God. Ze raakten onder de indruk, bekeerden zich van hun zonden en lieten zich dopen. Johannes wond er geen doekjes om. Hij was recht door zee.
Ook dat is een kenmerk van burgers van Gods Koninkrijk:
Openheid, oprechtheid, integriteit, radicaal gaan voor de wil van de Koning.
Jezus noemde hem later meer dan een profeet; een bode die voor Hem uitging.
Profeten als Johannes maken niet alleen vrienden.
De scherpte van zijn boodschap verwondde velen.
Die zullen het niet erg hebben gevonden dat hij in de gevangenis kwam.
Misschien hebben ze er zelfs achter de schermen bij Herodes wel op aangedrongen.

            Johannes was geen superheld. Hij had ook z’n twijfels, angsten en vragen. En omdat hij recht door zee was, sprak hij die ook eerlijk uit.
In Lukas 7 stuurt hij twee van zijn volgelingen naar Jezus en ze moeten hem vragen: “Bent u het die komen zou of moeten we een ander verwachten?”
Zelfs in die vraag herken je de oprechtheid van deze profeet.
Je zult maar met hart en ziel Gods boodschap verkondigen en dan gevangen raken. Wellicht voelde Johannes wel dat z’n einde dichterbij kwam.
En hij wilde toch graag zekerheid over de Messias die beloofd was na hem.
            Wij hebben het niet zo vaak over Johannes de Doper, de heraut die voor Jezus uitging. En dat was precies de bedoeling van Johannes. Hij noemde zichzelf slechts een stem, een wegwijzer – het ging hem niet om zichzelf. Hij verwees naar de Koning die na hem zou komen en zei van zichzelf:
“Ik ben niet eens goed genoeg om de riemen van zijn sandalen los te maken.”
En toen hij Jezus voor het eerst zag, riep hij uit:
“Zie, daar is het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.
Hij is meer dan ik, want Hij was er al vóór mij…” (Joh. 1: 29-30).
Zijn eigen volgelingen, stuurde hij achter Jezus aan, want, zei hij:
“Hij moet groeien, ik moet minder worden.”

In vele opzichten vormt Johannes de Doper dus een voorbeeld ons:
-Als wegwijzer naar Jezus
-In zijn onbaatzuchtige, nederige houding
-Door zijn eenvoudige levenstijl waardoor zijn boodschap helder klonk
-Met zijn oprechte, integere levenstijl.
Johannes was een waardige dienaar van de Koning.
Daarin is hij een prachtig voorbeeld, ook vandaag nog voor ons.
Amen.


zondag 11 december 2011

B 3. Mat. 15, 17-20 Burgers zijn...zuiver van hart



Christenen zijn hartpatiënten beluisteren


Symbolisch
Wij hebben sinds kort een DVD-box van Mr. Bean thuis.
Alle oude afleveringen kwamen weer voorbij. Jullie kennen hem vast wel, mr Bean: het uiterst eigenaardige Engelse typetje, dat er steeds in slaagt om in de meest gekke situaties verzeild te raken.
Vooral omdat hij het zichzelf zo ontzettend moeilijk maakt. Want hij komt er nooit eerlijk uit voor wat hij ergens echt van denkt. Hij lijkt alles te doen hij omdat hij denkt dat ‘het zo hoort’ Als een kleine jongen die bang is voor straf, wanneer hij het verkeerd doet.

Hij bestelt in een Frans restaurant per ongeluk oesters, omdat hij er niet voor durft uit te komen dat hij de menukaart niet kan lezen. Als hij vervolgens ontdekt dat hij ‘echt geen oesters lust, doet hij toch alsof hij ze heel lekker vindt, omdat de ober kijkt. En als hij ze dan echt niet door zijn keel kan krijgen, laat hij ze niet terughalen, maar werkt hij ze weg waar het maar kan, bijvoorbeeld in de tas van zijn buurvrouw.
Hij houdt zichzelf ook voortdurend voor de gek. Men zegt dat ochtendgymnastiek gezond is, Bean is daar te lui voor, maar hij doet toch net alsof en beoefent een soort symbolische vorm van ochtendgymnastiek.

Ik moet daar ontzettend om lachen, ook omdat ik er best wat van mezelf in herken… en van anderen. Wij houden onszelf soms toch ook ontzettend voor de gek. Dan doen we dingen, omdat we denken dat anderen dat willen. Niet omdat we het zelf willen. Of we doen ze zo dat het eigenlijk geen enkele zin heeft. Symbolisch gedrag zonder inhoud.


Symbolisch gedrag zonder inhoud. Zover was het ook het ook gekomen met de Farizeeën in de tijd van onze Heer Jezus. Die tijd leek op onze tijd. Veel mensen uit Gods volk waren helemaal geseculariseerd geraakt... ze gingen mee in de Romeinse mode van die tijd en raakten zo volkomen vervreemd van hun eigen Joodse traditie. Farizeeën namen het op voor die traditie en trokken het hele land door om mensen op de wet te wijzen en ze op te wekken die opnieuw te volgen. Ze werden een invloedrijke beweging. Het hart van de Farizeeërs stond in vuur en vlam voor het Israël van God. Ze begonnen met goede bedoelingen, maar het werd toch ook heel tragisch. Want de traditie werd gered, maar de inhoud ging verloren. Het leven raakt gevuld met voorschriften, regels en plichten, maar de harten blijven gevuld met eigenbelang, bemoeizucht, ijdelheid, een fel oordeel, ja zelfs met moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster (19) –als je het rijtje nagaat, blijven de harten gevuld met alles dat tégen de Tien geboden, tegen de wet ingaat. De wet naleven en toch ongehoorzaam blijven.

Dus kon je het meemaken dat deze wetgeleerden zich ongelooflijk druk maakten over de reinheidswetten, een symbolische manier om je aan God toe te wijden, maar blind bleken voor de betekenis ervan. Alleen het symbool was nog over:klik het volgens een heel precies ritueel wassen van de handen (m.b.v. bekers met twee oren!). Toen de discipelen van de Heer Jezus dat in hun ogen niet deden…, kwamen ze helemaal vanuit Jeruzalem naar Galilea, drie dagreizen (166 km!), om dat te komen zeggen: jullie zijn niet rein.
Dat was ook voor Farizeeën wel veel… maar het ging hen er ook in werkelijkheid om, om hun concurrent Rabbi Jezus in een kwaad daglicht te stellen, niet om de wet van God te handhaven. In hun harten leefden er heel andere bedoelingen. Zo werd hun zorg om reinheid van de discipelen symbolisch gedrag waar in werkelijkheid heel andere motieven achter zaten.

“Niet de woorden maar de daden?

Kennen wij ook van dat symbolisch gedrag zonder inhoud? Of doen we dingen die niet stroken met onze echte bedoelingen? Doen we dingen omdat we denken dat ze zo horen. We doen vriendelijk, maar we denken anders. We slaan de bijbel open, we lezen er ook in, maar het liefste zouden we iets anders gaan doen. We bidden, maar onze gedachten dwalen weg, want ons hart is ergens anders. We gaan naar de kerk maar eigenlijk willen het liefst zo snel mogelijk weer naar huis.

Nu zal iemand zeggen, ja maar het gaat er toch om wat je doet! En soms doe je dingen omdat je weet dat ze goed voor je zijn, ook als ze niet goed voelen. Da’s niet echt de bedoeling, maar je moet mensen toch op hun daden beoordelen, niet op hun bedoelingen en gevoelens. Dat is in het Koninkrijk der Nederlanden toch ook zo: je kunt veroordeeld worden voor moord, niet voor het gevoel dat je iemand wel zou kunnen vermoorden. Zeg maar het gaat niet om je gedachten, je woorden, maar om de daden. Een beetje een alternatieve uitleg van de bekende Rotterdamse spreuk: geen woorden maar daden: de daden tellen, de woorden en de achterliggende gevoelens niet!


Zo is het niet in het Koninkrijk van God. Daar tellen de daden én de woorden én ook de gedachten en ook de gevoelens. Daar telt wat er – zoals wij dat zeggen- in je hart leeft. David wordt de nieuwe koning van Israël en niet zijn broer Eliab: terwijl die er veel koninklijker uitziet. Maar: Het gaat niet om wat de mens ziet: -zegt de HEER tegen de profeet Samuël- de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart.' (1Sa 16:7 NBV). De mens kijkt naar het uiterlijk de Heer kijk naar het hart. Die moet je onthouden!

Zo reageert de Heer Jezus later ook op die Farizeeën, met hun zorgen om de reinheid van zijn discipelen. ‘Zij maken zich zorgen om de reinheid van jullie handen, maar ze zouden zich zorgen om de reinheid van hun hart moeten maken. Dát telt, waarom? Want uit het hart komen boze gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster. 20 Dat maakt een mens onrein, niet eten met ongewassen handen.' (Mat 15:19-20 NBV)

In het Koninkrijk van God doet het hart er toe. Want Gods wijsheid onthult ons dat het hart aan het begin staat van wat we écht willen! Getrouwde mannen zeggen over andere vrouwen: ‘kijken mag, aankomen niet’. De Heer zegt: ‘Wie naar een vrouw kijkt is al begonnen met overspel (Mat 5,28).

Het is niet alleen wat doe je, maar ook wat wil je.  'Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste (Mat 22:37 NBV). Héél je hart.

Dat is een wet die teruggaat op een oude wijsheid in Gods Koninkrijk:Van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven (Spr. 4,23). In je hart begint alles, je geloof maar ook de zonde

Broers en zussen, het hart is van levensbelang, juist ook in het Koninkrijk. Weet je van jezelf wie er eigenlijk koning is, in je hart? Daar kun je achter komen door de vraag te beantwoorden: “Wie gehoorzaam ik als er niemand kijkt? Wie ben ik als niemand mij kan zien?”
Kijk je toch stiekem die film, alleen boven op zolder. Ben je net zo eerlijk met geld als niemand kan je zien. Praat je in jezelf net zo over die ander, als met die ander? Wie ben je, waar niemand je kan zien, in je hart? Ben je daar dezelfde dan zoals wij je zien? Ben je daar ook christen geregeerd door je Heer. Of regeert daar eigenlijk een ander? Wij weten dat niet van elkaar, maar God weet dat wel van ons. En Hij let daar op. Hij ziet of je door en door christen bent. En geen doublé christen met alleen een gouden laagje aan de buitenkant maar van binnen niet veel waard.
Hartpatiënten

Broers en zussen? Burgers van het Koninkrijk zijn zuiver van hart. Is er dan nog wel iemand werkelijk burger van het Koninkrijk, hier? Want als gehoorzaamheid al in onze harten begint…wie kan dan gered worden.

Wij zijn allemaal hartpatiënten, broers en zussen. Onze harten zijn ziek. Maar wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. De Heer nodigde ons aan tafel vanmorgen. Juist omdat we Hem, zijn lijden en sterven nodig hebben, nog het meest voor onze harten. Aan ons de vraag: laten we onze Heer Jezus ook in onze harten toe. Mag Hij daar van ons regeren?
De vraag is niet of wij al zuivere harten hebben, maar of God toelaten in onze harten, gedachten, gevoelens en wil? Dat is onze verantwoordelijkheid. We hoeven alleen maar naar Hem toe te gaan en ons hart voor Hem open te leggen. Nader tot God, dan zal hij tot u naderen. Reinig uw handen, zondaars; zuiver uw hart, weifelaars, schrijft Jakobus (4,8).

Kniel voor Hem neer, beleid je zonden aan Hem en aan elkaar, een laat Hem de troon in je hart bestijgen. En Hij belooft: "als je mij toelaat in je hart, dan neemt mijn Geest er intrek en vernieuwt je persoon en je leven van binnenuit."

Vraag hem maar: Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig, (Psa 51:12 NBV) Dat gebed maakte David rechtvaardig, niet zijn daden. Daarom, Nader tot God, leg je hart voor Hem open, en Hij zal er intrek nemen. Amen